In de psychiatrie en aangrenzende gebieden – zoals de huisartspraktijk, spoedeisende hulp, verpleeghuis, of verslavingszorg – hebben professionals regelmatig te maken met patiënten die niet behandeld willen worden. Als er daarbij sprake is van wilsonbekwaamheid, gevaar of nadeel voor de patiënt kan (en moet vaak) behandeling opgelegd worden in het kader van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) of de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz). De interpretatie en toepassing van deze wetten kan de nodige praktische problemen opleveren. De wetteksten zijn zeer uitgebreid en weinig toegankelijk door de vele verwijzingen, subteksten en het juridische taalgebruik. De reeds aanwezige literatuur die de achtergronden en interpretatie van de genoemde wetten belicht, biedt vaak onvoldoende houvast omdat de ruimere klinische context ontbreekt.
Met Probleemgeoriënteerd denken in de ggz: juridische dilemma’s beoogt de redactie aan de hand van aansprekende en klinisch relevante casuïstiek, een overzicht te geven van veel voorkomende vragen en problemen rond de praktische toepassing van de Wet bopz en de Wgbo. Vanuit verschillende invalshoeken wordt ingegaan op de praktische uitvoering van gezondheidsjuridische vraagstukken. In 21 hoofdstukken hebben ervaren clinici uit verschillende instellingen en ziekenhuizen in Nederland op het deelgebied van hun expertise een casus beschreven.
Het boek is bedoeld voor psychiaters (in opleiding), huisartsen, SEH-artsen en overige medisch specialisten, coassistenten, psychiatrisch verpleegkundigen en anderen die te maken hebben met gezondheidsjuridische vraagstukken bij onvrijwillige opname en/of behandeling.