Dagelijks ondergaan in Nederland vele honderden patiënten een operatieve ingreep. Dat gaat bijna altijd goed, zo goed zelfs dat velen zich niet meer realiseren hoe bijzonder dat eigenlijk is. Zelfs een betrekkelijk eenvoudige ingreep kan immers op vele manieren misgaan. Dat dit zo zelden gebeurt is niet alleen te danken aan de individuele kwaliteit van medici en paramedici die bij de operatie betrokken zijn, maar vooral ook aan de kwaliteit van hun samenwerking.
Operatief ingrijpen is bijna altijd een multidisciplinaire gebeurtenis; zonder chirurg geen operatie, maar ook geen operatie zonder anesthesioloog of verpleegkundig personeel. Voor de chirurg is technische beheersing van het vak niet meer voldoende; hij zal ook inzicht moeten hebben in factoren buiten zijn gebied die mede bepalen hoe hij te werk moet gaan. Voor de anesthesioloog en andere specialisten geldt hetzelfde. Dit boek tracht in die behoefte te voorzien. Het concentreert zich op de chirurgische ingreep als 'snijpunt' van medische en paramedische disciplines. Het is dan ook niet voor één specialisme geschreven, maar bedoeld voor iedereen die beroepshalve met peri-operatieve zorg te maken heeft.
Het bijzondere van het boek zit hem in de opzet: het gaat om de maatregelen die genomen kunnen worden om de risico's die aan een chirurgische procedure kleven zo klein mogelijk te maken. Iedereen die betrokken is bij de begeleiding van een heelkundige patiënt heeft de verantwoordelijkheid om daar naar vermogen aan bij te dragen. Peri-operatieve zorg kan daar een steun bij zijn.