In december 2020 verschijnt er een tweede, geheel herziene druk. Zie hier.
De anatomie van het centrale en perifere zenuwstelsel is complex. Daardoor is het soms ingewikkeld om diverse neurologische uitvalsverschijnselen te herleiden tot één enkele laesie. Het is een kunst die door oefening moet worden verkregen en in stand gehouden. Dat kan dan ook het beste aan neurologen worden overgelaten. Maar de lokalisatieleer is niet meer dan een onderdeel van de neurologie. Een belangrijk ander deel, zo niet het belangrijkste, bestaat uit het herkennen van verhalen van patiënten over hun lichamelijke klachten, door aandoeningen van het zenuwstelsel. Deze verhalen zijn steeds verschillend, maar regelmatig komen zij toch op kernpunten met elkaar overeen. Anders gezegd, in de klachten zijn verschillende patronen te herkennen.
Dit boek is een verzameling van zulke karakteristieke verhalen,behorend bij veel voorkomende neurologische aandoeningen. Het begint steeds met een elementair probleem: moeite met praten, lopen, onthouden, overeind blijven, wakker blijven, enzovoort. Aan de hand van vragen wordt de lezer meegenomen naar een steeds vollediger beeld van de klachten, totdat het patroon zich heeft afgetekend. Steeds ligt het antwoord besloten in de anamnese.
Bij het schrijven van de hoofdstukken hebben de auteurs en redacteuren de doelgroep, huisartsen en studenten, steeds nauwlettend in het oog gehouden.