Honden janken naar de maan. Mensen ook, zegt Bruno de Roeck. Wij reiken naar een geluk dat voorbij onze grenzen ligt. Naar een dieper verstaan van de wereld en van ons geestelijk en beestelijk leven. Naar de zin van het leven, naar leven dat niet ophoudt bij de dood. Kortom, elke mens heeft (soms tot jankens toe) een hang naar transcendentie. Met het aansnijden van deze onderwerpen roept Bruno de Roeck heikele vragen op: Heeft ons leven zin? Bestaat er iets wat met goed fatsoen God genoemd kan worden? Welke rol hebben priesters en therapeuten? Wat betekent spiritueel leven? Hoe kunnen wij ons leven sturen naar geluk? (Hoe) gaat het verder als wij doodgaan? Bruno de Roeck ziet het als zijn roeping om inzicht te stelen uit de zakken van Olympusbewoners (zoals wetenschappers, mystici, politici, psychologen, filosofen, psychiaters en theologen) en dat inzicht over te hevelen naar gewone mensen.
Via Janken naar de maan worden wij uitgenodigd tot nadenken en tot stilstaan bij de eigen ervaringen. Feitelijk is het een pleidooi om het pseudospirituele pad van de zelfontplooiing te verlaten en te kiezen voor authentieke spiritualiteit. Een boek voor op het nachtkastje: essayistisch, poëtisch, humoristisch, filosofisch. Als verhaal is het uitdagend en ontroerend, meestal autobiografisch. Bruno de Roeck is ooit kloosterling geweest, later werd hij psychotherapeut en beeldhouwer. Bekend is hij als publicist geworden: hij heeft een dozijn boeken op zijn naam staan die (vaak meerdere malen) zijn herdrukt.