Dit boek geeft een omschrijving van een nieuwe, tweeledige grondhouding voor de hulpverlener. Centraal staat daarbij de fundamentele opgave van de mens om zijn zorg voor zichzelf (autonomie) te verbinden met zijn zorg voor de ander (verbondenheid). Het boek maakt duidelijk dat een hulpverlener zijn cliënt kan helpen bij een evenwichtige verbinding wanneer hij in de hulpverleningsrelatie met de cliënt deze verbinding op een constructieve en evenwichtige wijze weet te realiseren.
Vaak wordt gesteld dat het gereedschap van iedere hulpverlener zijn eigen persoon is, maar daarbij wordt meestal niet duidelijk gemaakt hoe de hulpverlener op een therapeutisch verantwoorde wijze met zichzelf in relatie tot de cliënt kan omgaan.
Helen door delen is vernieuwend omdat het de persoonlijke component implementeert in de hulpverleningsrelatie en de consequenties daarvan uitwerkt voor de methodiek van de psychosociale hulpverlening in de eerste, tweede en derde lijn. Getracht wordt theoretische diepgang, praktische relevantie, methodische instructie en empirische onderbouwing te combineren. Het boek sluit af met een empirisch onderzoek naar de samenhang tussen een tweeledige grondhouding enerzijds en het welbevinden van de hulpverlener anderzijds.
Helen door delen geeft u als lezer een stimulans om bij uzelf te rade te gaan. Het boek helpt stil te staan bij uw eigen gevoelens, behoeften, denkbeelden en gedrag. Zo leert u uw persoonlijke reactie op een constructieve wijze te gebruiken in uw relatie met uw cliënt.