De standaardmens is gezond en heeft een baan. Dit beleidsadagium is meer en meer de norm geworden. Voldoe je daar niet aan, dan heb je een probleem, of beter, dan ben je een probleem. Maar hoe zit het dan met de sociale positie van werklozen, van mensen die geen betaalde baan hebben, die over te weinig talenten beschikken of die door een chronische ziekte of handicap geen betaalde arbeid kunnen verrichten?
Dit boek gaat over de vraag of we ons wel bewusl zijn van welke normen we hanteren. Kunnen we er eigenlijk niet beter van uitgaan dat iedereen ertoe doet en recht heeft op een menswaardig bestaan, en op respect?
In De standaardmens voorbij volgt de lezer de auteur bij zijn zoeken naar een sociale theorie over een humane samenleving. Met voortdurend de positie voor ogen van diegenen die op zorg en ondersteuning zijn aangewezen. Wat betekent die afhankelijkheid en hoe behoud je je zelfrespect? Wat is er nodig om de regie over je eigen bestaan vast te houden, om niet te worden gereduceerd tot zorgobject? En dan ook nog in jezelf te blijven geloven. Daar ligt de kern van empowerment en emancipatie, met als doel een gevarieerde samenleving, waarin iedereen ertoe doet.