De DSM-5 werd in 2013 gepresenteerd, maar niet zonder slag of stoot. Het categoriaal indelen en rubriceren van psychische stoornissen werd om uiteenlopende redenen niet langer als meest wenselijk gezien. Desalniettemin is de DSM-5 per 1 januari 2017 leidend in de Nederlandse ggz. Voor communicatie met patiënten en tussen professionals, in wetenschappelijk onderzoek, publicaties, richtlijnen en zorgstandaarden, maar ook als toonaangevend model voor de bekostiging en organisatie van zorg. Kortom, de DSM-5 is voorlopig niet weg te denken, of we dat nou leuk vinden of niet.
Om de DSM-5 op verantwoorde wijze te gebruiken is een kritische beschouwing van de achtergronden van dit classificatiesysteem en de daarin opgenomen stoornissen dan ook op zijn plaats. In dit boekje beschrijven Nederlandse experts, eenieder op geheel eigen wijze, wat de redenen waren voor deze revisies, en wat ons met de DSM-5 te wachten staat. Zonder de pretentie te hebben daarin volledig te zijn, belichten zij vanuit hun specifieke expertise de achtergronden van de meest opmerkelijke veranderingen.
Dit boek is bestemd voor ggz-professionals met belangstelling voor de achtergronden van de gekozen veranderingen van DSM-IV naar DSM-5.