Ongeveer 1 op elke 100 Nederlanders treft het noodlot van schizofrenie. Schizofrenie is een psychiatrisch syndroom dat chronisch van karakter is. Hevige angsten, soms met wanen of hallucinaties, bepalen het leven van de getroffenen, zij het dat ál te heftige emoties veelal worden afgedempt met zware medicijnen. Schizofrenen (en hun omgeving) hebben een verstoord leven: altijd het gevaar van een psychose, altijd de noodzaak van (pieken en dalen afvlakkende) medicijnen, nooit méér dan een gehandicapt sociaal leven.
De aandoening is slecht bespreekbaar: de geneeskunde is soms traag of vaag in de diagnostiek, de getroffen patiënten en hun omgeving hebben vaak veel tijd nodig voor verwerking en zijn nogal eens terughoudend met informatie 'naar buiten', de meer perifere omgeving van patiënten heeft vaak nog een reflex van vermijding als het om chronische psychiatrische aandoeningen gaat. Allemaal geen bevorderlijke factoren voor isolement doorbrekende activiteiten.
Het is in dit licht heel belangrijk dat er eindelijk een betrokken auteur is opgestaan die de problematiek 'van binnenuit' beschrijft. Middels 16 interviews, waarvan 15 met familieleden en één met een klinisch psycholoog, wordt in dit boek heel erg duidelijk hoe ouders, kinderen, partner, broer of zus leven met de ziekte van een geliefd persoon.